Wat we ons herinneren van Laos is hoe relaxed het
land is. Nergens haast, nergens word je lastig gevallen. Onze auto’s vallen ook
helemaal niet meer op en we krijgen ook geen vragen meer over waar we vandaan
komen.
De Laos vrouwen zijn altijd hard aan het werk, de
oudere meisjes zorgen voor de allerkleinsten en de mannen doen de coördinatie
zoals gebruikelijk zittend vanonder een boom. Daarbij kreeg je regelmatig de
neiging om de kleine jongetjes te vragen of hun vader wist dat ze rookten. Tot
snel duidelijk werd dat de “jongetjes” zelf al vader waren van een paar
kinderen. De mannen en vrouwen zijn voor ons Hollandse reuzen erg klein en zien
er heel jong uit. Ook zie je dat vooral Noord Laos blijkbaar erg vruchtbaar is
- en niet alleen voor de rijstbouw - want het krioelt overal van de kinderen.
Op straat, voor op de brommertjes, op de buik of rug van de moeders of vaders,
maar vooral lopend langs de weg. En er wordt veel van ze verwacht want niemand
let op ze en ze lijken vaak niet ouder dan twee jaar.
Wegtransport is in Laos geheel anders dan China. Als je de grens over komt
merk je het direct. Mindere wegen, minder tot geen verkeer, wel veel vee en
brommers. We moeten continu op de hoede zijn voor koeien, honden, eenden,
kippen en dus ook kinderen. De weg is tevens ook de parkeerplaats voor alles
van brommertjes, tractors, auto’s vrachtwagens en al het andere wat men gewoon
voor enige tijd kwijt wil. Al laverende bewegen wij ons door de dorpjes.
Brommers zijn hier het meest gebruikte vervoersmiddel en er is geen maximum
bezetting, drie, vier of vijf personen op een brommer is allemaal mogelijk. De
eerste zit op de tank, de laatste hangt aan het bagagerek. We zagen zelfs een
zogende moeder bij vader achterop. Ook kan je op de brommers allerlei goederen
op vervoeren (tafels, koeien, waterreservoirs you name it). Ook de toek-toeks
moeten het woord “vol” nog uitvinden.
De eerste stop is Luang NamTha, een rustig dorpje aan de NamTha rivier
tussen de rijstvelden en de omringende bergen vol regenwoud. Het is een dorp
vol backpackende, motorrijdende vakantiegangers. De sfeer is er erg relaxed:
geen Chinese hectiek en geschreeuw, geen vreemde keelgeluiden, maar beschaafde
restaurants met Franse keuken en zelfs terrasjes. En weer eens lekker brood (baguette),
een welkome afwisseling na de Chinese ontbijten met noedels en rijst.
We gaan lekker een dagje kajakken met "sticky rice" lunch
onderweg. Het is een mooie tocht over de roodkleurige NamTha rivier, langs
kleine Hmong dorpjes, waar we af en toe uitstappen, de zwemmende jeugd
bewonderen en bij een van de Laotianen de meegebrachte lunch verorberen.
In Luang Prabang - voormalige hoofdstad van een Laotiaans koninkrijk -
maken we kennis met het Laotiaanse Boeddhisme in de Whats (klooster, tempel)en
Thats (stupa, pagoda). Voor de oplettende lezer, het gaat hier nu om het
Therevada (er is maar 1 echte Boeddha) variant van het Boeddhisme, itt de Mahayana
(iedereen kan Boeddha worden) vorm in Tibet. De Whats zijn goud-, rood-,
goenkleurig en prachtig versierd. De monniken steken mooi af in hun oranje
tenues. Het is in zuid oost Azie de gewoonte dat de monniken bij zonsopgang op
pad gaan om eten bij elkaar te "bedelen". Nu gaat dat behoorlijk goed
in Luang Prabang. We zien als we per ongeluk erg vroeg opstaan dat alle
stadsgenoten klaarstaan met allerlei lekkers (rijst, snickers, etc.) en zelfs
met kleine briefjes geld. Het is misschien niet zo verwonderlijk als je bedenkt
dat elke man verplicht is 3 maanden tot 3 jaar als monnik door het leven te
gaan. Er is dus altijd wel een familielid of bekende die je wat kan toestoppen.
Over het mooie paleis van de koning die door de communisten is verjaagd valt
vooral te melden dat er 1 van de zeldzame Edsel Fords in de stallen te
bewonderen is.
Bij Luang Prabang komt de DonTha bij de Mekong. We maken een lange boottrip
stroomopwaarts om een van de - naar later blijkt - vele met Boeddha’s gevulde
grotten te bezoeken.
Verder zuidwaarts gaat we door de bergen. We hebben intussen gemerkt dat we
de afgelopen dagen nog geen recht stukje weg hebben gehad. De wegen gaan
continue kronkelend omhoog en omlaag. De reistijd is daardoor behoorlijk langer
dan vaak gepland. Het komt goed uit dat we alles bij ons hebben om te kunnen
kamperen. Dat is alleen makkelijker gezegd dan gedaan.
Kamperen is in het noorden moeilijk omdat er
praktisch geen plat stukje ongebruikt land over is in het enorm bergachtig
gebied. En toen we laatst tegen de avond een stukje vonden bleek dat in de
ochtend een laadplaats voor water te zijn. We werden wakker geschud door een
wals die op 20 cm van Liesbeth’s hoofd stopte omdat hij een aantal kuub water
als ballast wilde laden en onze auto’s stonden vreselijk in de weg.
Twee dagen later wilden we op een veldje voor een
klein dorpje kamperen maar werden we door de dorpelingen resoluut weggeleid
naar het schoolplein. Dit was inderdaad een veel betere plaats (met WC en clusterbommenvrij)
behalve dat toen wij ‘s morgens uit de
tent kropen, de eerste leerlingen al verbaasd het schoolplein opliepen. Overigens had de school een interessante schoolbel,
Laos blijkt ook het land waar ze
bezienswaardigheden verstoppen. Een fantastische waterval bij Luang Prabang
volgens de boekjes. Nooit gevonden. Een gebied met tegen de 500 gigantische
vazen van honderden kilo’s elk. We zijn nog op zoek. Een prachtige grot.
Gezien, maar waar de ingang ligt is nog steeds een raadsel. Wegen staan niet op
de kaart of die er wel staan kunnen we niet vinden. Voor Liesbeth en Frus met
hun rudimentair richtingsgevoel is dit allemaal normale kost maar voor Ipo en
Hennelies is dit een geheel nieuwe ervaring.
In Ponsavan, waar we tevergeefs de beroemde prehistorisch "mysterious
jars" zochten (ook geen foto dus), komen we wel meer te weten over de
"Secret War". Oost Laos blijkt tijdens de Vietnam oorlog vanwege de
Ho Chi Min aanvoerroutes ook platgebombardeerd. Elk jaar nog raken er
tientallen mensen verminkt door de explosieven uit de Amerikaanse clusterbommen
(unexploded objects, UXO). De explosieven opruimingsdienst (MAG) en enkele
NGO's zijn nog steeds actief om het leed te voorkomen of te verlichten.
Sommigen weten er met het oud ijzer ook weer hun voordeel mee te doen. We zien
onderweg diverse huizen gestut door de grote bom-containers en er is in Ponsavan
zelfs een "craters" uitspanning.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten