Halverwege China gaan we zonder auto en gids twee dagen alleen
op pad om het Terracottalegeer in Xi’an te bezoeken. Op dit uitstapje zijn we regelmatig
zeker lost’ in translation’. De Chinese taal (met soms Turkse en Tibetaanse
uitleg) gesproken en in schrift onbegrijpelijk. Niet alleen kun je niets lezen of
verstaan in China, er spreken ook maar heel weinig mensen Engels. Je denkt dat
je met handen en voeten wel iets duidelijk kun maken maar dat gaat ook niet
omdat alle tekens zijn anders. Tien vingers opsteken betekent niet het getal tien.
De hand naar de mond brengen betekent niet eten. Bij een schrijvende beweging
aan het eind van de maaltijd kregen we niet de rekening. Zelfs de douche kranen
geven koud water als ze volgens ons naar de rode stip wijzen. Wonder boven
wonder lukt het ons toch.
Het gezegde “made in China” kreeg weer een heel nieuwe
betekenis toen Frus en Liesbeth twee rugzakjes kochten om mee te nemen naar Xi’an.
Toen we de zak gevuld op de schouder wilden nemen brak het hengsel al af,
gevolgd door rits één, rits twee en vervolgens viel de bodem eruit. En dat
allemaal met twee zakken binnen een dag.
In Xi’an hield de zijderoute hield vroeger op; ook het
moderne Xi’an is een miljoenenstad in China. Dichtbij het huidige Xi'an is de
plaats waar de eerste keizer die Chinaverenigde, keizer Qin Shi, begraven ligt.
Niet alleen diverse vrouwen en bedienden gingen met hem mee het graf in. Maar
het meest bijzondere is dat hij ook een heel leger met uit klei gebakken soldaten,
paarden en strijdwagens liet ingraven. Allen op ware grootte. Het wereldberoemde
terracotta leger. Een bijzondere toeristische trekpleiser.
Maar leuker blijkt nog de oude stad. Met name het 14
kilometer fietstochtje over de nog steeds overeind staande stadsmuren en het
moslim kwartier.
De stadsmuren opgetrokken uit grijze stenen zijn breed en
bieden een mooi uitzicht op de binnenstad, waar er nog laagbouw is (tot 6
etages) en daarbuiten met een zee aan flats (19 etages of veel meer). Af en toe
vang je een glimp op van een tempel of een dakterras.
In het moslim kwartier kijk je je ogen uit. Heel veel
eten, heel veel raar eten ook. Meerkleurige suikerspinnen, suikergoed, allerlei
kebabs, varkensoren, insecten, maar ook inktvissen en krabben op stokken. Hier
zien we ook de door de maffia opgezette typische souvenirwinkels (met sjaals,
drums, sieraden, etc.), die we op allerlei plaatsen tegenkomen.
De chinezen hebben een heel ander gevoel voor persoonlijke
ruimte. Dat merkt je zeker ook op de markten. Ze zijn enorm luidruchtig en regelmatig
staat er iemand op 20 cm van je hoofd in zijn telefoon te tetteren. Of loopt
iemand dwars door ons groepje als we met elkaar staan te praten. Voorkruipen in
rijen en met de auto de pas afsnijden is standaard. Wij vallen enorm op met
onze auto’s met buitenlands nummerbord. Als we stoppen komen er altijd mensen
kijken en staan dan rustig met zijn vijven om de tafel terwijl we aan het eten
zijn, liefs met een peuk in de mond. We hebben er al een paar gehad die gezellig
op onze stoelen gingen zitten.
Iets wat beslist niet onvermeld mag blijven is de
vaardigheid van Chinezen om middels een paar enorme rochels de snot uit
hun tenen te zuigen en dan vlak voor je op straat te deponeren. Men moet dit
gehoord hebben om het te geloven. Vrouwtjes van twee turven hoog die een geluid
voortbrengen waar een Afrikaanse buffel nog een puntje aan kan zuigen. Sommigen
wrijven de snot dan met hun voeten tot een klein plasje wat er natuurlijk veel netter
uitziet. Zo zie je maar, ook hier is er vooruitgang.
Taxi chauffeurs hebben er een kunst van gemaakt om tussen
eerste en tweede versnelling te zuigen, tussen twee en drie de deur te openen,
deponeren en dan nog net op tijd de deur te sluiten om naar zijn vier te gaan.
En dat alles met een sigaret in de mond en een mobiel aan het oor.
Ik ben wat laat begonnen met het lezen van jullie blog, maar wat een fantastische reis. Onvoorstelbaar wat jullie gezien hebben en waarvan je eigenlijk geen weet hebt. Ben benieuwd naar jullie volgende verhalen.
BeantwoordenVerwijderenGroeten, Jan Hoogendoorn.