In 2010/2011 hebben we met twee stellen, Hennelies - Ipo en Liesbeth – Frus met twee auto’s een reis gemaakt van Nederland naar Kaapstad (www.cruisingafrica.blogspot.com). Dit avontuur beviel zo goed dat we besloten zoiets op een later tijdstip nog eens te doen.

Die tijd is nu gekomen met als start wederom Nederland en als einddoel Singapore.

We willen dit einddoel bereiken via Turkije, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Iran, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië, China, Laos, Cambodja, Thailand, Maleisië en Singapore. Ook Vietnam willen we graag aan doen maar tot nog toe is het nog niet gelukt om hier toestemming voor te verkrijgen.






Geplande Reisroute







zondag 30 oktober 2016

De Laos Loop en Mekong valleien



Vanuit het noorden komen we op de voor backpackers geliefde Laos loop, die je goed op een scooter of brommertje kan doen. Wij beginnen bij de Konglor cave. Je zou zeggen wat is nu aan zo'n cave. Maar deze heeft toch weer iets speciaals. Het is een boottocht - op de in- en uitgang na, vooral in het donker dus - op een riviertje dat 7 km lang onder een hoge karstberg doorstroomt, met uitstappunten bij stalactieten en -mieten zoals we doorgaans gewend zijn. Daar komt nog bij dat we eerst een kilometer door een tropische regenbui moeten lopen om er te komen en het materiaal (een lekke boot) en de bootbestuurders niet optimaal in vorm (1 botsing) zijn, wat het tot een avontuurlijk programma maakt. We zijn blij als we weer veilig in onze auto zitten.




De rest van de loop is ook erg mooi door de beboste heuvels, vlak langs de voormalige Ho Chi Min trail dicht bij Vietnam en langs een aantal stuwmeren in zijrivieren van de Mekong. Zijriviertjes waarbij de Rijn in het niet valt. We rijden uiteindelijk door een prachtig landschap met karstbergen met vruchtbare rijstvelden daartussen en komen dan aan in Thakhek. Daar ontmoeten we de andere overlanders die ook door Dim Sum begeleidt worden en kunnen de losse bouten van de linker achteras van Roadrunner fixen (bleken afgebroken, wellicht verergerd door al die bochten Laos).




In Thakek eten we lekker Frans aan de Mekong boulevard met uitzicht op Thailand, waar we ook nog hopen te belanden. De laatste etappes zijn langs de Mekong en dus plat en recht (!). We bezoeken de eerste Khmer tempel of beter gezegd ruine: Wat Phu Champasak (begin 9e eeuw). Prachtig gelegen met uitzicht over de Mekomg vallei. Het doet ons denken aan de Egyptische tempels met uitzicht over de Nijl. Deze was echter eens overwoekerd door het oerwoud en door waarschijnlijk de Fransen weer uitgegraven.
In het zuiden waar we ons nu bevinden is het wat warmer en vooral vochtiger. We zitten intussen op maar 200 meter hoogte, de temperatuur is dik boven de dertig en het vochtigheidsgehalte is nu meestal 99.9% of meer. Rondom zie je alleen natte, dampende rijstvelden met af en toe een buffel, die verkoeling zoekt in het water. Bij een kleine wandeling breekt het zweet je overal uit en moet je aan het bier. Elke dag kunnen we de bezwete zoute kleren bij de was gooien. Het is vreselijk afzien. Het rijden met af en toe de aircon aan wordt steeds aantrekkelijker. Het verblijven veel in guesthouses ook, mits er aircon is. En het kan want het leven in Laos is voor ons goedkoop, voor een tientje slaap je met aircon en voor vijf euro kun je prima eten. Kortom we staan intussen op met een zweetmomentje, vervolgens transpireren wij lekker door tot de lunch waarna we ons vol toeleggen op gutsen eindigend al soppend tegen de avond. Genieten dus. Op een of andere manier lijken de Laotianen er minder last van te hebben (we zijn daar wel jaloers op).
De laatste twee dagen logeren we op een van de grotere eilanden in de 4000 eilandenrijk. We maken een leuke boottocht naar de qua volume water gigantische watervallen, we zien een aantal Irrawaddy dolfijnen, we zien ook hoe "ontdekkingsreiziger Gauthier" die de Mekong voor de Fransen in kaart bracht tot Dali in China aan toe, het idee aandroeg om de Mekong geheel bevaarbaar te maken. Na enkele vergeefse pogingen om tegen de watervallen op te varen is besloten om een stukje spoorrails aan te leggen waarop de treinen de boten of hun vracht stroomopwaarts konden brengen. 



 In ons ticket voor ons bootreisje zat besloten dat we ook op een fiets deze route konden afleggen. De kwaliteit maar vooral de grootte van de fietsen liet wat te wensen over. Die was zodanig dat peddelen beter ging dan fietsen, behalve dat de plassen modder nogal diep waren na die enorme bui van de vorige avond.
Frus hoefde niet te remmen; dat deed de fiets zelf al en Ipo’s ketting liep eraf. Nu we toch bezig zijn, de boot naar de dolfijnen lekte zodanig dat de “kapitein” meer met hozen dan met sturen bezig was. Onze boot naar huis gaf de geest halverwege de terugtocht. De reparatie crew moest van verre komen en het resultaat was dat we na een tocht in het pikkedonker op de Mekong diep in de nacht thuiskwamen. Moe maar voldaan zoals dat in reistermen heet.


Highlands in Laos



Wat we ons herinneren van Laos is hoe relaxed het land is. Nergens haast, nergens word je lastig gevallen. Onze auto’s vallen ook helemaal niet meer op en we krijgen ook geen vragen meer over waar we vandaan komen.

De Laos vrouwen zijn altijd hard aan het werk, de oudere meisjes zorgen voor de allerkleinsten en de mannen doen de coördinatie zoals gebruikelijk zittend vanonder een boom. Daarbij kreeg je regelmatig de neiging om de kleine jongetjes te vragen of hun vader wist dat ze rookten. Tot snel duidelijk werd dat de “jongetjes” zelf al vader waren van een paar kinderen. De mannen en vrouwen zijn voor ons Hollandse reuzen erg klein en zien er heel jong uit. Ook zie je dat vooral Noord Laos blijkbaar erg vruchtbaar is - en niet alleen voor de rijstbouw - want het krioelt overal van de kinderen. Op straat, voor op de brommertjes, op de buik of rug van de moeders of vaders, maar vooral lopend langs de weg. En er wordt veel van ze verwacht want niemand let op ze en ze lijken vaak niet ouder dan twee jaar. 




Wegtransport is in Laos geheel anders dan China. Als je de grens over komt merk je het direct. Mindere wegen, minder tot geen verkeer, wel veel vee en brommers. We moeten continu op de hoede zijn voor koeien, honden, eenden, kippen en dus ook kinderen. De weg is tevens ook de parkeerplaats voor alles van brommertjes, tractors, auto’s vrachtwagens en al het andere wat men gewoon voor enige tijd kwijt wil. Al laverende bewegen wij ons door de dorpjes. Brommers zijn hier het meest gebruikte vervoersmiddel en er is geen maximum bezetting, drie, vier of vijf personen op een brommer is allemaal mogelijk. De eerste zit op de tank, de laatste hangt aan het bagagerek. We zagen zelfs een zogende moeder bij vader achterop. Ook kan je op de brommers allerlei goederen op vervoeren (tafels, koeien, waterreservoirs you name it). Ook de toek-toeks moeten het woord “vol” nog uitvinden.

De eerste stop is Luang NamTha, een rustig dorpje aan de NamTha rivier tussen de rijstvelden en de omringende bergen vol regenwoud. Het is een dorp vol backpackende, motorrijdende vakantiegangers. De sfeer is er erg relaxed: geen Chinese hectiek en geschreeuw, geen vreemde keelgeluiden, maar beschaafde restaurants met Franse keuken en zelfs terrasjes. En weer eens lekker brood (baguette), een welkome afwisseling na de Chinese ontbijten met noedels en rijst.
We gaan lekker een dagje kajakken met "sticky rice" lunch onderweg. Het is een mooie tocht over de roodkleurige NamTha rivier, langs kleine Hmong dorpjes, waar we af en toe uitstappen, de zwemmende jeugd bewonderen en bij een van de Laotianen de meegebrachte lunch verorberen.


In Luang Prabang - voormalige hoofdstad van een Laotiaans koninkrijk - maken we kennis met het Laotiaanse Boeddhisme in de Whats (klooster, tempel)en Thats (stupa, pagoda). Voor de oplettende lezer, het gaat hier nu om het Therevada (er is maar 1 echte Boeddha) variant van het Boeddhisme, itt de Mahayana (iedereen kan Boeddha worden) vorm in Tibet. De Whats zijn goud-, rood-, goenkleurig en prachtig versierd. De monniken steken mooi af in hun oranje tenues. Het is in zuid oost Azie de gewoonte dat de monniken bij zonsopgang op pad gaan om eten bij elkaar te "bedelen". Nu gaat dat behoorlijk goed in Luang Prabang. We zien als we per ongeluk erg vroeg opstaan dat alle stadsgenoten klaarstaan met allerlei lekkers (rijst, snickers, etc.) en zelfs met kleine briefjes geld. Het is misschien niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat elke man verplicht is 3 maanden tot 3 jaar als monnik door het leven te gaan. Er is dus altijd wel een familielid of bekende die je wat kan toestoppen. Over het mooie paleis van de koning die door de communisten is verjaagd valt vooral te melden dat er 1 van de zeldzame Edsel Fords in de stallen te bewonderen is.


Bij Luang Prabang komt de DonTha bij de Mekong. We maken een lange boottrip stroomopwaarts om een van de - naar later blijkt - vele met Boeddha’s gevulde grotten te bezoeken.

Verder zuidwaarts gaat we door de bergen. We hebben intussen gemerkt dat we de afgelopen dagen nog geen recht stukje weg hebben gehad. De wegen gaan continue kronkelend omhoog en omlaag. De reistijd is daardoor behoorlijk langer dan vaak gepland. Het komt goed uit dat we alles bij ons hebben om te kunnen kamperen. Dat is alleen makkelijker gezegd dan gedaan.
Kamperen is in het noorden moeilijk omdat er praktisch geen plat stukje ongebruikt land over is in het enorm bergachtig gebied. En toen we laatst tegen de avond een stukje vonden bleek dat in de ochtend een laadplaats voor water te zijn. We werden wakker geschud door een wals die op 20 cm van Liesbeth’s hoofd stopte omdat hij een aantal kuub water als ballast wilde laden en onze auto’s stonden vreselijk in de weg.
Twee dagen later wilden we op een veldje voor een klein dorpje kamperen maar werden we door de dorpelingen resoluut weggeleid naar het schoolplein. Dit was inderdaad een veel betere plaats (met WC en clusterbommenvrij) behalve dat toen wij ‘s morgens uit de tent kropen, de eerste leerlingen al verbaasd het schoolplein opliepen. Overigens had de school een interessante schoolbel,




Laos blijkt ook het land waar ze bezienswaardigheden verstoppen. Een fantastische waterval bij Luang Prabang volgens de boekjes. Nooit gevonden. Een gebied met tegen de 500 gigantische vazen van honderden kilo’s elk. We zijn nog op zoek. Een prachtige grot. Gezien, maar waar de ingang ligt is nog steeds een raadsel. Wegen staan niet op de kaart of die er wel staan kunnen we niet vinden. Voor Liesbeth en Frus met hun rudimentair richtingsgevoel is dit allemaal normale kost maar voor Ipo en Hennelies is dit een geheel nieuwe ervaring.
In Ponsavan, waar we tevergeefs de beroemde prehistorisch "mysterious jars" zochten (ook geen foto dus), komen we wel meer te weten over de "Secret War". Oost Laos blijkt tijdens de Vietnam oorlog vanwege de Ho Chi Min aanvoerroutes ook platgebombardeerd. Elk jaar nog raken er tientallen mensen verminkt door de explosieven uit de Amerikaanse clusterbommen (unexploded objects, UXO). De explosieven opruimingsdienst (MAG) en enkele NGO's zijn nog steeds actief om het leed te voorkomen of te verlichten. Sommigen weten er met het oud ijzer ook weer hun voordeel mee te doen. We zien onderweg diverse huizen gestut door de grote bom-containers en er is in Ponsavan zelfs een "craters" uitspanning.