In 2010/2011 hebben we met twee stellen, Hennelies - Ipo en Liesbeth – Frus met twee auto’s een reis gemaakt van Nederland naar Kaapstad (www.cruisingafrica.blogspot.com). Dit avontuur beviel zo goed dat we besloten zoiets op een later tijdstip nog eens te doen.

Die tijd is nu gekomen met als start wederom Nederland en als einddoel Singapore.

We willen dit einddoel bereiken via Turkije, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Iran, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië, China, Laos, Cambodja, Thailand, Maleisië en Singapore. Ook Vietnam willen we graag aan doen maar tot nog toe is het nog niet gelukt om hier toestemming voor te verkrijgen.






Geplande Reisroute







woensdag 19 oktober 2016

Tibetaanse hoogvlakte



We zijn blij dat we weer uit de Chinese miljoenensteden vertrekken. We rijden nu het Tibetaanse plateau op. Het eerst stuk gaat door de bovenloop van de Gele Rivier, dat bestaat uit in gele löss ingesneden riviertjes. Overal is landbouw en zijn er kleine dorpjes. Hoe hoger we komen hoe rustiger en leger het wordt. Langzaam krijgt de veeteelt de overhand. We zien steeds meer koeien, schapen en uiteindelijk op grotere hoogte vooral grote hoeveelheden Yaks.
We rijden naar Xiahie, waar het Tibetaanse Labrang Klooster zich bevindt. Het klooster bestaat uit een enorme hoeveelheid tempeltjes en er leven en studeren een grote hoeveelheid "Geelmuts" monniken, de sekte waar de verbannen Dalai Lama toe behoort. Daar hebben we geluk want we vallen midden in een Mandala of offerceremonie. De monniken murmelen, etenswaren worden op het vuur geofferd en de devote inwoners zitten er met de handen gevouwen op de knieën omheen. Heel bijzonder!

Bij de vele tempeltjes in het dorp zijn inwoners en monniken druk doende om in rap tempo met de klok mee rondom de tempels te lopen en daarbij - indien aanwezig - de rijen gebedsmolens een zetje te geven. Elke dag gebeurt dat weer, zo blijf je fit.

Een van de opdrachten aan de gelovigen is ook om zich te prosteren, let wel niet prostitueren. Plat op de buik liggen, opstaan en dan Boeddha groeten en dat honderdduizend keer. We zijn een vrouw tegengekomen die dit op de openbare weg deed waarbij ze elke keer zo’n anderhalve meter opschoof. Zij was op weg naar Lhasa, duizend kilometer verderop. Ze zal wel eelt op de knieën hebben tegen de tijd dat ze arriveert.
Er zijn nog een paar andere eigenaardigheden die toch wel enige uitleg verdienen. Bijvoorbeeld naast het feit dat er veel oude mensen bedelen, bestaat hier ook een kaste van beroepsbedelaars. Dit leidt tot het opmerkelijke fenomeen van uitstekend geklede mensen die met een dik pak geld in hun handen op je af stappen en vragen of je hun pak geld nog wat dikker wil maken. We hebben in een restaurant gezeten waar dit vijf keer op een avond gebeurde. Deze mensen hebben als beroep bedelen en schijnen daar een leuke boterham aan te verdienen.
Ook wel apart is dat ongeveer elke tweede zoon in ieder Tibetaans gezin monnik wordt. In New York is elke tweede auto een taxi; in delen van Tibet loopt elke tweede man in een rode jurk. De kloosters zien er fantastisch uit want al hun monniken werken en werven voor het klooster en worden onderhouden door de familieleden. Officieel leven alle monniken heel zuinig en eten ze alleen fruit en groenten. Toch zien wat oudere monniken er vaak niet uit alsof ze alleen maar op stronken broccoli kauwen.
Tibetanen houden er ook niet van om begraven of gecremeerd te worden. Ze hebben er iets op gevonden. Het lijk wordt in stukken gehakt en zo in hapklare brokken aan de gieren gevoerd. Dit is overigens een uitstervend ritueel maar de gieren hebben we gezien, tientallen zelfs.




In de buurt kamperen we weer. Uiteraard behoorlijk frisjes op 3500 meter hoogte (3 graden). De volgende dag rijden we op grote hoogte en zien we verse sneeuw een paar honderd meter hoger. We passeren vroeg in de ochtend, gelukkig nog een stukje ongerepte Tibetaanse herdersdorpen. Daar verzamelen zich eind van de dag grote kudden Yaks, schapen en geiten. De kudden worden na het melken in de ochtend met een gemotoriseerde herder weer de berg op gejaagd. De vrouwen zijn druk in de weer in en rondom de yurts. Een van de taken is het rapen van de drogere koeienvlaaien, zodat 's avonds in de yurts het fornuis en de kachel weer aan kan.

 Een stuk verderop bezoeken we in een ander kloosterdorp. Het ligt mooi tegen een heuvel. Het is er een drukte van belang. Naar later blijkt is de plaatselijke Hoofd Lama net overleden en de Tibetanen komen van heinde en verre met hele gezinnen om hun medeleven te betuigen. Dat betekent kilometers lopen, netjes uitgedost zijn, en aansluiten bij een hele lange rij voor het afscheid nemen. Voor ons betekent het dat we alleen op afstand ooggetuige van kunnen zijn.



We zetten de reis voort op grote hoogte met passen tot 4000 meterrichting Chengdu. Al snel blijkt dat hier ook veel bussen vol met Chinese toeristen komen. Er zijn dan ook diverse pleisterplaatsen, waar de toerist paard kan rijden, met de heilige witte yak op de foto kan of zelfs kan overnachten in een yurt. Er zijn niet een of twee van die pleisterplaatsen maar tientallen, zodat de lol er wel een beetje af gaat.
Na al dit fraais dalen we - nadat we de Lange Mars van kameraad Mao zijn gekruist - af naar het warme bijna tropische Chengdu.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten